Welkom bij Apotheek Craneveld

Het team van Apotheek Craneveld staat graag voor u klaar!

We vinden het belangrijk dat iedere gebruiker van medicijnen goed begeleid wordt. Met vragen kunt u op verschillende manieren bij ons terecht: via de website, telefonisch en via persoonlijk contact in de apotheek. Voor achtergrondinformatie over bijvoorbeeld medicijnen, de bijwerkingen, aandoeningen kunt u tevens terecht op onze website.

We heten u van harte welkom!

H.W. Coulen, Apotheker.

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Allergie

Wat is allergie?

Iemand met een allergie is overgevoelig voor bepaalde stoffen. We noemen die stoffen allergenen. Wanneer iemand die allergisch is met een allergeen in aanraking komt, krijgt hij of zij een allergische reactie. Een allergische reactie is een overdreven afweerreactie van het lichaam. Meestal ontstaan allergische klachten direct na het contact met een allergeen (de allergische prikkel). Soms komt de allergische reactie pas uren na de allergische prikkel.

Stoffen die bij veel mensen allergische klachten veroorzaken, zijn:

  • huisstofmijt
  • huidschilfers van dieren
  • schimmels
  • stuifmeel (pollen) van bomen, planten of gras
  • cosmetica
  • bepaalde voeding (noten, eieren, vis,schaaldieren, fruit, tarwe, soja)
  • medicijnen, bijvoorbeeld antibiotica

Als stuifmeel een allergische reactie oproept van de neus en de ogen, noemen we dat ‘hooikoorts’.

Bij veel mensen met astma veroorzaken allergenen een prikkeling van de luchtwegen. U wordt dan benauwd en krijgt een piepende ademhaling.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

  • Merkt u dat u verschijnselen van een allergie heeft, probeer dan zelf uit te vinden waar u allergisch voor bent. Kijk daarna of u het contact met de allergenen/prikkels waar u gevoelig voor bent kunt vermijden of beperken.
  • Houd bij een allergie voor huisstofmijt het huis en met name de slaapkamer zoveel mogelijk stofvrij en droog; zorg voor goede ventilatie.
  • Heeft u een allergie voor huidschilfers van dieren, dan is het soms nodig een huisdier weg te doen. De huidschilfers van het dier kunnen nog wel tot een half jaar na vertrek van het dier in huis aanwezig zijn. Heeft uw kind een allergie, neem dan liever geen huisdier: uw kind kan hiervoor een allergie ontwikkelen.
  • Wanneer u allergisch bent voor pollen (hooikoorts) kunt u in het pollenseizoen (lente/zomer) de pollen zoveel mogelijk uit uw huis houden door de ramen dicht te houden, ook ’s nachts. Voor mensen met een zeer ernstige hooikoorts kan dat een oplossing zijn. Van veel mensen is echter bekend, dat ze liever een loopneus of jeukende ogen hebben dan dat ze met het raam dicht slapen. De keus is aan u. Het helpt in ieder geval om het speciale ‘hooikoortsweerbericht’ op de radio in de gaten te houden.
  • Bent u allergisch voor cosmetica/make-up probeer nieuwe make-up dan eerst uit door het bijvoordeeld op uw arm te smeren. Krijgt u daarvan geen huiduitslag dan kunt u het voorzichtig op uw oogleden smeren.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Behalve de voorzorgsmaatregelen die hierboven zijn genoemd, kunt u een vrij verkrijgbaar medicijn gebruiken om de klachten te verminderen. De volgende medicijnen hebben de voorkeur.

  • Loratadine en cetirizine. Deze medicijnen kunt u zowel bij allergie voor huisdieren als bij allergie voor de huisstofmijt gebruiken. Deze medicijnen werken ongeveer 24 uur. Daarom hoeft u ze meestal maar één keer per dag in te nemen. Heeft u alleen last van allergie voor huisdieren als u bij iemand op bezoek gaat, dan kunt u het medicijn het beste 1 tot 2 uur van tevoren innemen.

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

  • Heeft u klachten die bij een allergie passen? Dan kunt u met uw huisarts bespreken of medicijnen u kunnen helpen.
  • Blijft u klachten houden? En is het onduidelijk waardoor? Dan bekijkt u samen met uw huisarts of het zin heeft om een bloedonderzoek te doen.
    Dit onderzoek geeft niet altijd een duidelijk antwoord. Het geeft vaak aan dat u voor veel meer allergisch bent dan waar u echt klachten door heeft. Ook is voor het onderzoek meestal al duidelijk dat de behandeling na het onderzoek hetzelfde blijft. Vaak schiet u er dus niet zoveel mee op. 
  • Misschien denkt u dat u allergisch bent voor een medicijn. Bespreek dit met uw huisarts.
    De klachten kunnen ook een bijwerking zijn van het medicijn. Een medicijn tegen bacteriën (antibioticum) kan bijvoorbeeld rode vlekjes op de huid geven. Dit kan een allergie voor dat medicijn zijn of een bijwerking.
    Als u allergisch bent voor een medicijn, schrijf dan de naam van het medicijn op papier. Draag dit bij u in uw portemonnee. Vertel het ook aan uw apotheek en als u bij een andere arts komt.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Anti-allergiemedicijnen om in te nemen
Anti-allergie medicijnen, ofwel antihistaminica, blokkeren de werking van histamine, een stof die bij een allergische reactie in het lichaam vrijkomt. Tabletten, drank en druppels werken in het hele lichaam. Voorbeelden zijn acrivastine, cetirizine, cinnarizine, clemastine, desloratadine, ebastine, fexofenadine, ketotifen, levocetirizine, loratadine en promethazine.

Anti-allergiemedicijnen in neussprays
Anti-allergiemedicijnen, ofwel antihistaminica, blokkeren de werking van histamine, een stof die bij een allergische reactie in het lichaam vrijkomt. De neusspray werkt alleen tegen klachten in de neus en meestal ook tegen branderige en jeukende ogen (let op: hierbij wordt het ook toegediend in de neus). Voorbeelden zijn azelastine en levocabastine.

Anti-allergiemedicijnen in oogdruppels
Anti-allergiemedicijnen, ofwel antihistaminica, blokkeren de werking van histamine, een stof die bij een allergische reactie in het lichaam vrijkomt. De oogdruppels werken alleen in de ogen. Voorbeelden zijn azelastine, emedastine, ketotifen en levocabastine.

Cromonen in oogdruppels
Oogdruppels met anti-allergiemedicijnen uit de ‘cromonen-groep’ voorkomen het vrijkomen van lichaamseigen stoffen die bij een allergische reactie ontstaan. Hierdoor worden allergische klachten voorkomen. Deze oogdruppels kunnen niet worden gebruikt bij een aanval van allergische klachten. Ze werken pas na een aantal dagen gebruik. Voorbeeld is cromoglicinezuur oogdruppels.

Cromoglicinezuur in neusspray
Het anti-allergiemedicijn cromoglicinezuur voorkomt het vrijkomen van lichaamseigen stoffen die bij een allergische reactie ontstaan. Hierdoor worden allergische klachten voorkomen. Het kan niet worden gebruikt bij een aanval van allergische klachten. Cromoglicinezuur werkt pas na een aantal dagen gebruik. Voorbeelden zijn cromoglicinezuur in het oog en cromoglicinezuur in de neus.

Bijnierschorshormonen in een neusspray
Bijnierschorshormonen, ofwel corticosteroïden, in een neusspray worden gebruikt als u langdurig last heeft van allergie. Het werkt ontstekingsremmend, vermindert overgevoeligheidsverschijnselen en voorkomt zwelling van het neusslijmvlies. Voorbeelden zijn beclometason, budesonide, flunisolide, fluticason, mometason en triamcinolonacetonide.

Bijnierschorshormonen om in te nemen
Als bij ernstige allergie-aanvallen bovenstaande medicijnen niet voldoende werkzaam zijn, is het soms nodig tabletten, capsules of een drank met bijnierschorhormonen (corticosteroïden) in te nemen. Deze werken ontstekingsremmend en verminderen overgevoeligheidsreacties. Voorbeelden zijn dexamethason, prednisolon en prednison.

Bijnierschorshormonen via injectie
Triamcinolonacetonide-injecties worden gegeven bij hevige allergische reacties, met flauwvallen en ernstige hart en vaat-problemen.

Desensibilisatie-middel
Desensibilisatie betekent ‘ongevoelig maken’. U krijgt de prikkel toegediend waar u allergisch voor bent. Meestal is dit steeds in een iets grotere hoeveelheid, gedurende 3 tot 5 jaar. Uw lichaam kan dan langzaam aan de prikkel wennen en er na verloop van tijd minder hevig op reageren. Het is te verkrijgen in druppels om in te nemen, in tabletten en als injecties.

Adrenaline injectie
Adrenaline wordt gebruikt bij een anafylactische reactie. Dit is een acute levensbedreigende allergie-aanval. Het komt voor bij mensen die erg allergisch zijn voor bijvoorbeeld pinda’s, andere noten of insectenbeten.
Bij een anafylactische reactie verwijden de bloedvaten, zodat de bloeddruk heel sterk daalt. Verder ontstaat kortademigheid of benauwdheid, zwelling van de keel, flauwvallen, galbulten en jeuk, overgeven, maagkrampen en diarree.
Adrenaline vernauwt de bloedvaten en verhoogt zodoende de bloeddruk weer. Ook verwijdt het de luchtwegen, waardoor de benauwdheid vermindert.